In mijn vorige baan was ik verantwoordelijk voor een groot intern project. Ik had een klein team van collega’s aangehaakt waarmee ik dit oppakte en samen manageden wij de overige interne stakeholders. Eén van die stakeholders had niks met het project, het zou hem tijdelijk wat extra werk opleveren en hij had er duidelijk geen zin in. Toen ik na een lang weekendje weg weer op kantoor kwam (pre-Corona tijden 😉 ) werd mij verteld dat deze stakeholder in mijn afwezigheid zich niet aan de afspraken had gehouden. Ik werd direct boos. Ik voelde mijn wangen gloeien, er zat een kleine trilling in mijn stem en ik ging harder praten. “Wie denkt ie wel niet dat ie is! Dit project is opgedragen vanuit directie, hij zal wel moeten! Wat een irritante gast, en dat ook nog als ik er even niet ben!”
Op hoge poten ging ik naar hem toe. Hoewel ik mezelf had voorgenomen dat ik rustig het gesprek aan zou gaan lukte dit niet. De emotie nam de overhand en was in mijn stem te horen, hier reageerde hij weer op door minstens net zo boos antwoorden. Zo bleven de verwijten een tijdje heen en weer gaan. Uiteindelijk, toen we beide hadden gezegd wat we te zeggen hadden gingen we weer uit elkaar. Of het nu een onenigheid met een collega is, een break-up, of een ruzie met een vriend of vriendin, iedereen gaat anders om met confrontaties. Sommige mensen gaan ze uit de weg, anderen spelen het via via of gaan, zoals ik hierboven, direct in de aanval of verdediging.
Hoe je dit aanpakt ligt diep in je DNA. Wij leren hoe we om moeten gaan met confrontatie vanuit onze gezinssituatie. Worden daar dingen verzwegen om de lieve vrede te bewaren of wordt juist alles ongefilterd op tafel gegooid? Hoe we de reactie en confrontatie van anderen ervaren wordt ook al in dit vroege stadium gevormd. Als je bijvoorbeeld gewend bent dat je koste wat kost de lieve vrede moet bewaren, en hiervoor soms je woede of verdriet aan de kant moet schuiven, kan het extra heftig binnenkomen wanneer iemand die gewend is dat het veilig is om zonder terughouding zijn of haar mening te geven je confronteert. De confrontatie-vermijder kan hier erg van schrikken, terwijl degene die het gewend is om alles ongefilterd te zeggen dit als de normaalste zaak van wereld ervaart.
Dat iets zo ingebakken in ons systeem zit zorgt ervoor dat ons eerste instinct, hoe we reageren vrij hardnekkig kan zijn. Maar wil je een andere uitkomst dan is het enige dat je in de hand hebt om een situatie te veranderen je eigen reactie.
In mijn geval had ik niks opgelost met deze collega. Ik was nog steeds boos, nu was hij ook boos en er was nog steeds geen oplossing. Ik ben gaan nadenken, waarom was ik nu zo geraakt. Doordat dit was gebeurd terwijl ik er niet was voelde het stiekem en achter mijn rug om. Dat was voor mij een enorme trigger omdat ik erg veel waarde hecht aan eerlijkheid. Ik ben terug gegaan naar de collega heb dit, rustig, uitgelegd. Door me kwetsbaar op te stellen en uit te leggen waar mijn boosheid vandaan kwam gaf dit voor hem de ruimte om ook kwetsbaar te zijn. Hij vind directe confrontatie moeilijk, daarom had hij het niet meteen bij mij durven aangeven. Maar uiteindelijk had dit juist geleid tot waar hij bang voor was; een boze confrontatie. Toen dit eenmaal was uitgesproken konden wij opnieuw het gesprek aangaan over onze onenigheid, maar nu op een open constructieve manier omdat we wisten waar de ander vandaan kwam.
Bij confrontaties kijk je eigenlijk altijd het snelst naar de reactie die je krijgt. Soms zelfs al voor dat je die nog moet krijgen, bijvoorbeeld als je bang bent voor een bepaalde uitkomst. Maar voor je je laat leiden door aannames en emoties die bij jou als eerste worden aangewakkerd, probeer te begrijpen waar deze vandaan komen. Wat voel je precies, en waarom doet het je zoveel? Op die manier kun je dit gevoel gebruiken om de confrontatie open aan te gaan. Door goed te weten wat ligt er nu bij jou, en wat ligt bij de ander? Hoe zou je willen dat dit gesprek verloopt en waar heb je zelf grip op.
Zo blijf je het dichts bij jezelf en ben je in staat te luisteren naar je eigen gevoel en dat van de ander in plaats van je erdoor te laten leiden naar plek waar je niet wilt zijn.